De Enkhuizer communiebank

Symboliek en beschrijving

De symboliek en de betekenis van de afbeeldingen aan de Enkhuizer communiebank.

In ons parochieblad zijn een reeks artikelen verschenen, gewijd aan dit onderwerp.

De volledige tekst is hierna intergraal overgezet.

U kunt deze artikelen ook in PDF-formaat lezen (met de bijbehorende kleuren afbeeldingen), klik dan op de hierna aangegeven links:

1 – Inleiding

2 – Symboliek en betekenis deel 1

3 – Symboliek en betekenis deel 2

4 – Symboliek en betekenis deel 3

5 – Symboliek en betekenis deel 4


Hierna volgt de integrale tekst:

Opknappen en oplappen

In ons kerkgebouw is veel “antiek” te bewonderen. Genoemd kan worden: de communiebank, de draai-tabernakel, de beelden van de H.H. Willibrordus en Bonifatius, de pelikaan met de en­geltjes bovenaan de altaar wand en de preekstoel. Ook de leze­naar (ambo) en de paaskaarsstandaard waren er al toen onze betovergrootouders nog in de luiers lagen. Het (secretaire) orgel dateert uit de tijd dat elektrisch licht nog maar voor enkelen was wegeglegd.

Het is een voorrecht dat wij in onze vieringen gebruik mogen maken van deze antieke attributen. Voorwerpen, die soms eeu­wen oud zijn en dus al door voorgaande generaties zijn gebruikt. Ondanks de leeftijd van deze voorwerpen kan men vaststellen dat ze nog in een redelijke staat verkeren. Maar dat is niet altijd zo geweest. Over het “opknappen en oplappen” van de meeste voorwerpen is verslag gedaan in het ‘standaardwerk’ over de historie van onze parochie: “Sint Gommer en Sint Pancras”, uit­gegeven in 1988 door de Vereniging Oud Enkhuizen en geschre­ven door W.H. de Boer.
Wim de Boer was van 1978 tot 1988 diaken en pastoraal werker in de parochie Enkhuizen en is daarna in 1988 tot priester ge­wijd. Enkele historische feiten in dit artikel zijn dan ook uit dit boek overgenomen.

Restauratie in 1986

De communiebank is vervaardigd omstreeks 1700. De panelen met houtsnijwerk zijn van lindenhout en de onder- en bovenkant (de frames) zijn gemaakt van eikenhout.

Toen het laatste kerkgebouw in 1908 werd opgeleverd was de communiebank, geheel in stijl van die tijd, in een donkerbruine imitatie-eiken kleur geschilderd. Bij een inspectie rond 1980 ontdekte men dat onder deze bruine verflaag delen bladgoud zichtbaar waren. In 1982 schakelde men de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in. Geconstateerd werd dat onder de bruine verflaag nog andere veelkleurige lagen aanwezig waren. Door een ploeg vrijwilligers werd in de loop van 1984 de bruine verf van de panelen afgekrabd. Nadat de benodigde subsidies waren toegezegd, werden de communiebank, de beelden van H.H. Wil­librordus en Bonifatius, de pelikaan en de engeltjes naar het ate­lier te Zwolle van Restauratieburo Schoonekamp B.V. te Am­sterdam overgebracht. Daar werd deze restauratie uitgevoerd door de heer Bert Jonker. De totale kosten daarvan bedroegen fl. 42.000 (in 1986 !).

Bijbelse taferelen aan de communiebank

De bank is aan de voor- en achterzijde verdeeld in drie panelen waarin voorwerpen zijn uitgesneden die zijn beschreven in zo­wel het Oude als het Nieuwe Testament. Ze behoren tot de be­langrijkste getuigenissen in de bijbel over Gods openbaring aan de mensen en Zijn barmhartigheid voor zondaren en de daarvan afgeleide belofte op eeuwig leven.

Aan de voorzijde (zichtbaar voor de gemeente) zijn afgebeeld:

  1. midden paneel:    Lam op een verzegeld boek
  2. linker paneel:       de ark van het verbond
  3. rechter paneel:     de tafel van de toonbroden

De afbeeldingen aan de achterzijde (alleen zichtbaar voor de priester) zijn:

  1. midden paneel:    Lam op brandoffer altaar
  2. linker paneel:       het “tetragram” (de Naam van God)
  3. rechter paneel:     het “alziend oog”

De laatst genoemde afbeeldingen zijn in een “driehoek” gevat.

Gebruik van een communiebank (algemeen)

Een communiebank is een vaak rijkelijk versierde knielbank die in de katholieke kerken en kapellen de altaarruimte (priesterkoor) scheidt van het ‘schip’ waar het gelovige volk zich bevindt. Een andere naam voor de communiebank is het lichtelijk archaïsch klinkende H. Tafel (des Heren).

Oorspronkelijk ontstond de communiebank aan de wand die het altaar aan het zicht van de gelovigen onttrok. Deze wanden (soms gordijnen) werden gedurende de middeleeuwen in het Westen steeds doorzichtiger gemaakt en werden tot een soort altaar hekken, terwijl de oostelijke christelijke liturgieën juist de geslotenheid ervan benadrukten waardoor de iconostase (vanuit de joodse voorhang-idee) tot stand kwam. Bij of aan de altaar hekken of scheidingswand, ontvingen of ontvangen de gelovigen van de Latijnse ritus normaliter de communie, indien mogelijk geknield.

In de volgende Nieuwsbrief willen we ingaan op de symboliek en de betekenis van de afbeeldingen aan de Enkhuizer communiebank. We zullen zien dat ze getuigen van hoop, geloof en het daaruit voortvloeiende gebod van de liefde.

– 2 –
De symboliek en de betekenis van de afbeeldingen

Ruim driehonderd jaar geleden
een mens
handwerksman
met hamer, guts en beitel
eiken- en lindenhout
ver-beeldend
de verhalen van weleer
die spreken door de tijd
tot op deze dag
en morgen.

Bijbels prentenboek ?
teken van geloof
in de Ene
de eerste en de laatste
die was, is en komt
vast en zeker
teken van hoop
in hout.

Gedicht “Handwerksman”
van Wim de Boer

Dit gedicht van pastoor de Boer geeft treffend de betekenis en bedoeling weer van de onbekende maker van de communiebank.

Met de beschrijving van de afbeeldingen die geïnspireerd zijn op de bijbel, zullen we ontdekken dat ze getuigen van ons geloof, onze hoop en het gebod van de liefde. (1 Kor. 13,13)

De hierna genoemde uitgesneden afbeeldingen vormen de sym­bolen aan de communiebank:

Aan de voorzijde:

a.    midden paneel:    Lam op een verzegeld boek

b.    linker paneel:       de ark van het verbond

c.    rechter paneel:    de tafel van de toonbroden

Aan de achterzijde:

e.    midden paneel:    Lam op brandoffer altaar

f.     linker paneel:       het “tetragram” (de Naam van God)

g.    rechter paneel:    het “alziend oog”

       (“tetragram” en “alziend oog” zijn in een driehoek gevat.)

Op beide midden panelen wordt een lam afgebeeld. Dit lam staat model voor het Lam Gods, dat op beide panelen centraal staat.

Beginnen we bij de achterzijde van het middenpaneel.

In dit middenpaneel zien we een lam dat geofferd wordt. Het is het ultieme symbool van de dienst van de Eucharistie. En we we­ten dat de Eucharistie een dankbare gedachtenis is aan het offer dat Jezus (getypeerd als het Lam Gods) eens en voor altijd heeft gebracht voor de zonden der wereld (Ef. 1,7; Kolos. 1,14; 2,13; Hebr. 9,22; 10,4)

De verwijzing in deze afbeelding naar dit offer bevestigt de ze­kerheid van de hoop op vergeving van onze zonden en de ver­heffing tot een levenswijze die naar Gods wil is.

“Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt.” (1 Cor. 11, 26)

Omdat de priester als voorganger van de gelovige gemeente in de consecratie ons in deze woorden telkens weer dit offer laat gedenken, staat dit lam aan de achterzijde afgebeeld, in het zicht van de celebrant.

Rondom dit offerlam zijn korenaren en druiventrossen afge­beeld. In de kerk gelden deze symbolen als een duidelijke ver­wijzing naar brood en beker, de viering van de Eucharistie (1 Cor. 11).

Het middenpaneel aan de voorzijde (alleen zichtbaar voor de gemeente) toont eveneens een lam, hier met een stralenkrans als teken van triomf en overwinning. Dit verzinnebeeld het Lam Gods dat na de kruisdood, in de opstanding als Overwinnaar heeft gezegevierd over de dood.

Het Lam zien we staan op een ongeopend boek. Dit boek is ver­zegeld met zeven zegels (de 7 rondjes). Dit verwijst naar de be­schrijving van de dag waarop alle mensen voor Gods troon zul­len komen te staan en de Goddelijke genade zullen vernemen die hen door het offer van Jezus Christus ten deel zullen vallen.
(Leest u daarvoor Openbaring 5) “… de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning be­haald, en daarom mag hij de boekrol met de zeven zegels openen” (Opb. 5,5). – “U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht …” (Opb. 5,9).

Zoals gezegd, heeft alleen het Lam macht deze zegels te verbre­ken. Dit boek zal op de jongste dag (aan het einde der tijden) worden geopend. En allen wier namen daarin geschreven staan krijgen deel aan de hemelse zaligheid. (Opb. 5,1,6,9; 13,8; 20,12).

Een boek waarin de namen van de rechtvaardigen staan opge­schreven vinden we ook in het Oude Testament. Daar wordt zelfs gewaarschuwd dat iemands naam uit dit boek kan worden gewist. (Ps. 69,28; Exod. 32,32,33)

Evenals bij het lam op het achterpaneel zien we ook op het voorste paneel rondom het lam korenaren en druiventrossen af­gebeeld. Een verwijzing naar brood en beker, de viering van de Eucharistie. Als Christus op zijn laatste avond in brood en beker getuigt van Zijn lijden en sterven, spreekt Hij tegelijkertijd van de belofte van een leven in eeuwigheid. Hij spreekt daarover:

“Jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op een troon om recht te spreken …” (Luk. 22, 30). – “Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders” (Mat.26, 29)

Rondom de stralenkrans zijn wolkjes geweven en daartussen zijn (zes) engelen (gezichtjes) geplaatst.

Over de engelen staat o.a. geschreven:

“Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid” (Mat. 25,31). “En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon,” (Opb. 5,11)

De wolkjes herinneren ons aan de majesteit van God die de ta­bernakel met een wolk bedekte (Ex. 40,34 vv), maar ook aan de “wolk” van getuigen (heiligen) die ons aansporen de zonden te laten en het goede na te streven (Hebr. 12,1).
Het was een ‘stralende’ wolk waaruit een stem sprak:

“Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!” (Mat. 17,5).

De gemeente van God (de parochianen) mag uit de symboliek van het triomferende Lam op het boek met de zeven zegels de hoop putten van de belofte dat allen die dit Lam volgen eveneens zullen opstaan op de jongste dag.

In het middenpaneel zijn links en rechts van het Lam op het Boek nog twee engelen afgebeeld.

De linker engel draagt een anker, het kerkelijk symbool van het geloof.

De rechter engel draagt een hart, het kerkelijk symbool van de liefde.

Door deze drie symbolen in dit middenpaneel wordt verwezen naar de belangrijkste elementen waarop het christelijk geloof is gebaseerd: geloof (anker), hoop (Lam op boek) en liefde (hart).

In de overige afbeeldingen zullen we zien dat ze getuigen van ons geloof en het daaruit voortvloeiende gebod van de liefde.

Na uitleg van de betekenis van het Lam Gods dat wordt geofferd (achterzijde) en dat uiteindelijk triomferend op het boek met de zeven zegels (voorzijde) staat Zijn er nog andere afbeeldingen van belang. Links en rechts van het Lam op het boek zijn nog twee afbeeldingen uitgesneden: links de ark van het Verbond en rechts daarvan de tafel met toonbroden.

Vervaardiging ark en tafel

Ark en tafel werden vervaardigd toen Israël vanuit de slavernij in Egypte veertig jaren door de woestijn werd geleid om tenslotte het “beloofde” land binnen te gaan. Over deze vervaardiging lezen we in het boek Exodus.

Zie o.a. Ex. 25-27: het maken van een heiligdom (25,1-9); de ark (25,10-22); de tafel (25,23-30); de lampenstandaard (25,31-40); de tabernakel zelf (26,1-37); het brandofferaltaar (27,1-8).

In Exodus 40 lezen we over de ingebruikname van de tabernakel en de heiliging van alle daarbij behorende voorwerpen. Ook wordt verslag gedaan van Gods zichtbare aanwezigheid, als teken dat Hij zich daaraan had verbonden:

“Toen werd de ontmoetingstent overdekt door een wolk en werd de tabernakel gevuld door de majesteit van de HEER. Mozes kon de ontmoetingstent niet meer binnengaan, want de wolk rustte daarop en de majesteit van de HEER vulde de tabernakel. Zolang hun tocht duurde, trokken de Israëlieten pas verder wanneer de wolk zich van de tabernakel verhief. Wanneer de wolk niet opsteeg, trokken ze niet verder; ze wachtten tot de wolk weer opsteeg. Zolang hun tocht duurde, rustte overdag de wolk van de HEER op de tabernakel, ’s nachts verscheen er een vuur in, dat voor alle Israëlieten zichtbaar was.” (Ex. 40,34-40) – (Zie ook Gez. 614 OKK-gezangboek)

Ark en tafel onderdeel van Israëls godsdienst

Israëls godsdienst was voornamelijk geconcentreerd in en rond­om de tabernakel. Zo stonden ark en tafel in de tabernakel, maar waren voor de ‘gewone’ Israëliet niet zichtbaar. Want alleen een priester had toegang tot de tabernakel en wat de ark betreft was alleen de hogepriester bevoegd deze te naderen.

In tegenstelling tot het volk van Israël heeft de maker van de communiebank deze heilige voorwerpen wel voor de gemeente van Christus zichtbaar gemaakt.

Nieuwe Verbond wijst naar Oude Verbond

Nu kunnen we ons afvragen wat wij te maken hebben met al die “antieke” voorwerpen uit de godsdienst van het oude Israël. U weet dat in de Bijbel we vele malen lezen dat het Nieuwe Ver­bond (de kerk) gebouwd is op de regels en wetten van het Oude Verbond. De grondlegger van de Kerk van God, Jezus de Chris­tus wordt bijvoorbeeld in de brief aan de Hebreeën de opvolger genoemd van de hogepriester in het Oude Verbond.

“U allen, heilige broeders en zusters, die deel hebt aan de hemelse roeping, richt uw aandacht op Jezus, de apostel en hogepriester van het geloof dat wij belijden, die trouw is aan wie hem heeft aangesteld, zoals Mozes in heel Gods huis zijn taak trouw vervulde. Jezus echter werd groter eer waardig geacht dan Mozes, zoals de bouwer van een huis meer eer krijgt dan het huis zelf. Elk huis heeft zijn bouwer, maar God is de bouwer van alles. Mozes vervulde trouw zijn taak in heel Gods huis, als dienaar die getuigde van de komende openbaringen, Christus echter is trouw als Zoon die over dat huis is aange­steld. Wij vormen dat huis, mits we trots en zonder schroom vasthouden aan datgene waarop wij hopen.” (Hebr. 3,1-6)

Het Oude Verbond, waarvan de godsdienst van Israël de basis vormt, kan in de Kerk van God en zijn Christus niet worden ge­negeerd. (Rom. 3,21; 7,12).
Daardoor kunnen de afbeeldingen aan de communiebank voor ons zichtbare tekenen (symbolen) van ons geloof worden. Jezus zegt daarover:

“De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. Maar nog eerder vergaan hemel en aarde dan dat er ook maar één tittel van de wet wegvalt.” (Luc. 16,16,17).

Symboliek leert ons het geloof beter kennen

In de tijd dat de bank gemaakt werd had deze de belangrijke functie om de gelovigen te onderwijzen in het geloof. Daardoor is de bank veel meer dan een fraai meubel met houtsnijwerk. Op de plaats waar ze staat (midden in de Christelijke gemeente) ge­tuigt ze van ons geloof en van de zekere hoop op de komst van het Lam dat de dood heeft overwonnen.

Haar afbeeldingen getuigen van het geloof dat Gods genade voor zondaren oneindig groot is. (zie o.a. Jes. 61,1; Mat. 12,21; Efez. 1,7-8)

Vervolg uitleg symboliek van de communiebank

We vervolgen deze artikelenreeks met de beschrijving van de panelen aan de voorzijde die links en rechts van het middelste paneel (Lam op het boek met de zeven zegels) zijn aangebracht.

De ark van het Verbond

In het linker paneel is de ark afgebeeld (ook genoemd: ‘ark van het Verbond’). De beschrijving van deze ark (die de vorm van een draagbare kist had) vinden we in Exodus 25,10-22; 37,1-9. De ark werd geplaatst in de tabernakel en werd aan het zicht onttrokken door een gordijnwand (in het heilige der heiligen: Exod. 26,23; 40,21).

De ark was een bijzonder voorwerp omdat Gods Naam daarmee was verbonden: “die van de HEER van de hemelse machten, die op de cherubs troont”. (2 Sam. 6,2) De ark werd dan ook ‘aller­heiligst’ genoemd. Deze heiligheid werd onder andere benadrukt toen een priesterzoon om het leven kwam die de ark die van de wagen dreigde te vallen tegenhield en daarbij aanraakte. (2 Sam. 6,6-11)

De ark was de plaats waar God met Mozes sprak. Begrijpelijk dat de ark voor de Israëlieten “allerheiligst” was (Num. 7,89 – zie ook Exod. 25,22). Immers, God zelf daalde daar (symbolisch) neer tussen de twee engelenfiguren (che­rubs) in de gestalte van een wolk.
De maker heeft deze wolk ook afgebeeld tussen de twee enge­lenfiguren (cherubs).

Eén keer per jaar op de “grote verzoendag” voerde de hogepriester allerlei voorgeschreven rituele handeling uit, waarvan het sprenkelen van bloed op het deksel van de ark tussen de twee daarop geplaatste engelen (cherubim) de belang­rijkste was. (Lev. 23,26 en 27; Lev. 16)

Op deze grote verzoendag kreeg Israël de zekerheid dat alle zon­de en schuld vergeven werd. Maar omdat onze hemelse Hoge­priester dienstdoet in het heiligdom van de ware tabernakel (in de hemel) hebben ook wij de zekerheid dat wij genade ontvang­en voor onze ongerechtigheden. Onze zonden zal God niet meer gedenken. (Hebr. 4,13-16; 8,12)

De ark getuigt van Gods genade aan ons geschonken

Door de ark in de communiebank te tonen wordt ons geleerd welk een genade wij hebben ontvangen door het offer van Chris­tus, die de weg tot God heeft vrijgemaakt en in wie wij de Vader mogen herkennen. (Rom. 5,1) Want Jezus de Christus wordt ge­noemd: “de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen”. (Hebr. 1,3)

In Jozua 4 lezen we het verhaal van het overtrekken door het volk van de rivier de Jordaan bij de intocht van het “beloofde land”. Daarbij speelde de ark een bijzondere rol doordat het wa­ter van de Jordaan bij het betreden met de ark werd tegenge­houden en het volk de drooggevallen rivier kon overtrekken.

In de symboliek van de Kerk wordt de Jordaan vaak als symbool genoemd van de scheiding tussen leven en dood. Bij het sterven trekt de mens de Jordaan over en betreedt het “beloofde land”.

In de ark lag de verbondstekst (10 geboden)

Behalve de functie op grote verzoendag en de beschrijving dat God zelf daar neerdaalde tussen de cherubs, om door Mozes zijn wetten en voorschriften bekend te maken lag in de ark (kist) een bijzondere voorwerp.

Dit waren de twee stenen tafelen (In Exod. 25,16: “verbonds­tekst” genoemd – Deut.10. 4 en 5: tien geboden door God zelf geschreven). Ze herinneren Israël en ook ons als leden van de de kerk van Christus aan de geboden van het Oude Verbond die het fundament zijn voor de manier van omgang met God en de naas­te. Samengevat leren ze ons: “Heb God lief boven alles en de naaste als jezelf.” (Marc. 12,29-31)

Staf van Aäron en kruik met manna

In Hebr. 9,4 wordt vermeld dat de staf van Aäron en een kruik met manna er ook werden bewaard. Dit strookt niet met 1 Kon. 8,9 en 2 Kron. 5,10, waar wordt vermeld dat alleen de stenen tafelen (10 geboden) in aanwezig waren.

Een verklaring van deze tegenstrijdigheid is dat deze staf en kruik, die een grote symbolische betekenis hadden in verband met de wonderlijke verlossing uit de slavernij en Gods zorg (manna) gedurende de woestijntocht, niet in maar nabij de ark waren geplaatst (voor Gods aangezicht).

Zo dient de symboliek van de de staf van Aäron (zie Num. 17,10) het feit dat God zelf aanwijst wie Hem dienen zullen en dat mensen daarin geen invloed of stem behoren te hebben.

De kruik met manna wordt genoemd in Exod.16:33. Deze kruik is een herinnering aan en een getuigenis van Gods liefdevolle zorg voor zijn volk.

De tafel met de toonbroden

De beschrijving van deze tafel vindt u in Exodus 25:

Maak een tafel van acaciahout, …… Maak ook de bijbehorende schotels, schalen en kannen, en kommen voor de wijnoffers, allemaal van zuiver goud. Leg op de tafel het toonbrood; dat moet daar altijd voor mij liggen.
(Exodus 25,10-22; de uitvoering: Exod. 37, 10-16; bakken, etc.: Lev. 24:5-9).

Het brood werd “toonbrood” genoemd omdat op deze tafel twaalf broden (broodkoeken) werden neergelegd in twee rijen. Deze tafel stond in het Heilige van de tabernakel, vandaar dat deze werden neergelegd “voor Gods aangezicht”. De kunstenaar heeft op de tafel twee stapels van zes broden uitgebeeld.

Deze broden werden gebakken van graan (tarwebloem) en wer­den eens per week – en wel op elke sabbat – ververst. Het “oude” brood mocht alleen door de priesters worden opgegeten. Er moest ook wierook aan worden toegevoegd, dat bij een graan­offer behoorde. (Lev. 6: 7-8). Zo blijken deze broden ook een een offergave aan God te zijn.

Kan zonder wijn?

Behalve de broden is er ook sprake van schotels, schalen en kan­nen, en kommen “voor de wijnoffers”. Maar wordt niet over wijn gesproken. Bij de diverse opgedragen brandoffers werd nage­noeg altijd een hoeveelheid wijn toegevoegd. Deze wijn zal door het vuur zijn verdampt. Zie o.a. Lev. 23:13.

Verondersteld mag worden dat behalve de wekelijkse vervang­ing van de toonbroden dit ook voor de wijn zal hebben gegolden. Maar dit offer werd niet verbrand maar gegeten.

Omdat er sprake is van “kannen”, zal de wijn in een behoorlijke hoeveelheid aanwezig zijn geweest.

In Leviticus 10 wordt de geschiedenis van de dood van Nadab en Abihu de twee zonen van Aäron verhaald. Door hun gedrag ont­heiligden ze Gods naam en voorschriften. Omdat aansluitend op deze geschiedenis het priesters verboden wordt wijn en sterke drank te nuttigen, ligt het voor de hand dat zij dronken waren. Dit “drankverbod” (Lev. 10:9) had tot gevolg dat er geen wijn bij de wekelijkse maaltijd van het (oude) toonbrood werd gedronken uit genoemde bekers en kannen.

Brood en wijn

De ingrediënten op deze tafel (brood en wijn) verwijzen duide­lijk naar de H. Eucharistie (het H. Avondmaal).

De beperking dat alleen de priesters daarvan mochten eten is voor chris­tenen vervallen. Want christenen be­horen tot een koninkrijk van priesters (1 Petr. 2:9; Opb. 1:6; 5:10) en mogen zo allen eten van de tafel die de Heer heeft aangericht.

Door het woord van de Heer Jezus blijkt ook het wijnverbod opgeheven. Hij zegt daarover immers:

En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, tel­kens opnieuw, om mij te gedenken.’ Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. (Luc. 22:19-20)

Toonbrood symbool van toewijding en dankbaarheid

Het toonbrood bevat de symboliek van brood en wijn in de Eu­charistieviering. Maar er schuilt nog een bijzondere betekenis in. In tegenstelling tot offers voor afgoden lag dit brood er niet om door God te worden gegeten, maar om Hem iets te tonen. Daarbij werd er wierook als gedenkoffer toegevoegd (Lev. 24:7, vergelijk Openb. 8:3,4). Wij kennen wierook als symbool van de ge­beden van de gelovigen.

Door dit toonbrood als gedenkoffer aan God toonde Israël haar dankbaarheid. De twaalf stammen – twaalf broden – toonden aan God hun dankbaarheid voor het levensonderhoud en ook waren ze het symbool van hun toewijding aan God. En in de toege­voegde gebeden (wierook) bevestigden zij deze dank.

De afgebeelde engelen boven de tafel met dit “gedenkoffer” geven aan dat dit offer aan God wordt aangeboden. Immers, engelen staan rondom Gods troon (Opb. 7:11).

Het twaalftal broodkoeken verwijst ook naar de twaalf stammen die tezamen het éne volk vormden waarmee Gods verbond was gesloten (zie ook Exod. 24:4).

Geloof, hoop en liefde

Als we de voorzijde van de communiebank aanschouwen zien we deze drie elementen van ons geloof afgebeeld: geloof, hoop en liefde. Deze drie zijn vertegenwoordigd in de ark, het Lam op het boek en de tafel van de toonbroden.

Geloof: De ark van het Verbond met God geeft met het verzoendeksel de ze­kerheid van de vergeving van zonden en maant ons vergevingsgezind te zijn. De twee stenen tafelen, met de tien geboden, geeft ons de weg aan van onze christelijke plicht (liefde tot God en de naasten).

Hoop: Op de communiebank staat “het triomferende Lam” centraal. Hij heeft de dood overwonnen en daarom mogen we hopen en verwachten dat iedereen waarvan de naam in het boek van het Leven is geschreven, God zal zien.

Liefde: Op de tafel zien we in brood en wijn de Eucharistie afgebeeld. Behal­ve als dankbare herinnering aan Christus verzoening en liefde tot zonda­ren, wordt ons in de afzonderlijke broodkoeken tevens de verbondenheid van de leden van de parochie voorgehouden en de daaruit voortvloeiende onderlinge liefdeband. (1 Cor. 10:16,17)

Behalve in de drie panelen zelf zijn geloof, hoop en liefde nog eens apart afge­beeld in het middenpaneel.
Links van het Lam Gods (onze hoop) zien we een engel met een anker (sym­bool van geloof) en rechts daarvan een engel met een brandend hart (symbool van liefde).

Waarom geen kruis aan de communiebank?

De kruisiging heeft weliswaar plaatsgehad maar het Lam Gods heeft over deze kruisdood heen getriomfeerd in de opstanding op de Paasmorgen. Zo staat dit Lam triomferend in het centrum, waarop wij onze hoop bouwen.

Toch is de communiebank deel van een kruis. Figuurlijk vormt deze als het ware een dwarsbalk waarbij de lengtebalk door het schip van de kerk wordt gevormd. Dit wordt nog versterkt door­dat het “hart” van de bank gevormd wordt door het Lam Gods zelf: aan de voorzijde ’triomferend’ en aan de achterzijde ’ter slachtbank gereed’.

Communiebank als bijbels prentenboek

Op het middenpaneel aan de achterzijde zagen we de afbeelding van een lam, gereed om te worden geofferd op het altaar. In de voorgaande artikelen is de symboliek van de drie panelen aan de voorzijde en het middenpaneel aan de achterzijde besproken. We vervolgen met de twee overige panelen aan de achterzijde.

In deze afbeelding wordt verwezen naar de dienst van de Eucharistie waarin het offer wordt herdacht dat Jezus (getypeerd als het Lam Gods) eens en voor altijd heeft gebracht voor de zonden der wereld (Efez. 1,7; Kolos. 1,14; 2,13; Hebr. 9,22; 10,4)

Dit offerlam staat in het zicht van de celebrant omdat deze van dit offer getuigt als er tot de gelovige gemeente wordt gespro­ken:

Daarom, Heer, gedenkend
zijn heilbrengend lijden,
zijn glorierijke verrijzenis
en zijn verheffing aan uw rechterhand,
en uitziende naar zijn komst vol majesteit,
stellen wij hier dit teken
van ons geloof in hem
die U het volmaakte offer gebracht heeft
en een eeuwige verlossing voor ons heeft verworven.

Het alziend oog


In het rechter paneel van de achterkant is het “alziend oog” afgebeeld.
In het christendom staat het “alziend oog” symbool voor voor Gods waken over de mensheid en Zijn voorzienigheid daarin.

Dit oog-symbool is bekend uit de oudheid, waar het bijvoorbeeld in Egypte gebruikt werd voor de zonnegod Horus.

Bij de vrijmetselarij wordt in de loge dit symbool tegenover de ingang afgebeeld, op een driehoek van goud. Meestal wordt het tijdens “de loge” verlicht.

En misschien is het u opgevallen dat dit sym­bool ook op het Ame­rikaanse één-dollar biljet staat afgebeeld.

In de kathedrale kerk St. Jan in ‘s Hertogenbosch, is het oog van God geschilderd hoog in het middenschip midden op een gestukt rieten plafond.

Tetragram (tetragrammaton)

Op het linker paneel staan op een gouden driehoek de vier (tetra = vier) letters יהוה geschreven zoals deze in het oude testament voor Gods Naam worden gebruikt. In het Nederlands: J H W H.

In de Joodse religie wordt deze Naam (letters) nooit uitgespro­ken, uit respect voor de heiligheid van God. In plaats daarvan worden vele andere namen en titels voor God gehanteerd, waar­van de bekendste zijn:

Adonai – mijn Heer; bij plechtige voorlezingen (in gebeden etc.).
Elohim of in dagelijks gebruik Elokiem
Hakadosj Baroech Hoe – De Heilige, Gezegend is Hij (in religieus-orthodoxe kringen)
Hasjeem – letterlijk ‘de Naam’, bij niet-plechtig gebruik.

Het gebruik van deze Naam is het meest bekend als Mozes Gods stem verneemt bij de brandende braamstruik.

Volgens Exod. 3,14,15 (vertaling Naardense bijbel):

Dan zegt God tot Mozes:
ik zal er zijn, zoals ik er ben!
Hij zegt:
zó zul je tot de zonen Israëls zeggen:
ik-zal-er-zijn heeft mij tot u gezonden!          
Dan zegt God nog tot Mozes: 
zó zul je zeggen 
tot de zonen Israëls:

die-er-zal-zijn, 
de God van uw vaderen, 
God van Abraham, 
   God van Isaak en God van Jakob,
    heeft mij tot u gezonden;
dit is mijn naam voor eeuwig
en dit is mijn gedachtenis 
   voor generatie op generatie;

Koren en druiven

In de frames waarin de lammeren zijn uitgesneden – het offerlam (achterzijde) en het triomferende lam (voorzijde) – zijn rondom deze afbeeldingen ook korenaren en druiventrossen gedrapeerd.

Deze symbolen verwijzen naar brood (gesymboliseerd in het koren) en wijn (gesymboliseerd in de druiven), waarmee de Eucharistie wordt gevierd.

Ook herinneren deze elementen ons aan de verschillende mensen die tezamen de parochie vormen, waarover Paulus schrijft:

Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood.
(1 Cor. 10, 16b-17; vergelijk met 1 Cor. 12, 12-27)

En verder verwijzen ze naar de gedachteniswoorden in de consecratie:

Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt. (1 Cor. 11, 26)

Hoorn van overvloed

Aan de voorzijde, rondom de ark en de tafel van het toonbrood en aan de achter­zijde, rondom alziend oog en tetragram zijn ‘hoornen’ afgebeeld. Uit deze hoornen komen vruchten en bloemen.

Dit symbool is bekend onder de benaming: “Cornucopia”, een legendarisch voorwerp, dat overvloed schonk en aan de Griekse mythologie is ontleend.

Volgens de mythe is de Cornucopia de hoorn van de geit Amalthea, waardoor Zeus werd gezoogd. Als dank zette Zeus haar aan de hemel als een sterrenbeeld, en haar hoorn schonk de houder ervan alles wat hij of zij begeerde.

Deze hoornen met de daaruit komende vruchten en bloemen symboliseren de belofte dat de gelovigen die gehoorzaam zijn aan het grote gebod: “God liefhebben en de naasten als jezelf” daardoor ook Gods zegen en de daarmee voortvloeiende vruchten van het geloof mogen genieten.

Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijd­schap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbe­heersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. (Gal.5, 22,23)

Ze zijn niet afgebeeld bij de twee af­beeldingen van het Lam. Zoals gezegd worden deze beide lammeren omringd met de symbolen van tarwehalmen en druiventrossen (brood en wijn).

Teruggeslagen kleed als achtergrond ark en tafel

Als we de ark en de tafel van het toonbrood beschouwen, zien we dat deze afgebeeld zijn tegen de achtergrond van een teruggeslagen kleed met kwasten aan de hoeken. Behalve dat de voorwerpen daardoor beter uitkomen, is de kunstenaar wellicht geïnspireerd door het evangelie waarin het sterven van Jezus wordt verteld: ” En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën, en de aarde beefde, en de rotsen scheurden, ..” (Mat. 27, 51 – vergelijk Marc. 15, 38 en Luc. 23, 45)

Dit had tot gevolg dat het inwendige van het Heilige der heiligen in de tempel zichtbaar werd, het gedeelte waar de ark van het verbond stond en dat alleen voorbehouden was aan de hogepries­ter. De ark was immers de symbolisch plaats waar God zich aan de mens (hogepriester) openbaarde tussen de cherubim (twee engelen) op het deksel van de ark. Goddelijke kennis (10 geboden) is niet uitsluitend voorbehouden aan een “uitverkoren” groep mensen, maar mag bekend worden aan allen die hongeren naar gerechtigheid.

Het feit dat Christus voor alle mensen is gestorven en daarmee de weg tot God (het heilige der heiligen) heeft geopend wordt hierdoor ook gesymboliseerd. (zie ook Hebr. 10, 20). 

S.W. de Vries